Iedereen anders: Inleefoefeningen   

Oefeningen om zich in te leven in de wereld van kinderen met een beperking:

·  Je kan niet praten maar je wilt aangeven dat je...

• een koek wilt
• naar toilet moet
• pijn hebt
• dorst hebt

·     Je moet een parcours afleggen zonder dat je kan zien, bijvoorbeeld met een blinddoek.

·  Je gaat met je klas op uitstap of doet een welbepaalde activiteit . Iedereen heeft een bepaalde beperking. Een kind kan niet zien, een kind mag niet praten, een kind draagt een hoofdtelefoon en kan niks horen, eentje moet in de rolstoel enkele opdrachten uitvoeren, de andere heeft een looprek, ...

Achteraf bespreek je hoe je de uitstap of activiteit hebt ervaren.

·  Je juf of meester spreekt een taal die jij niet begrijpt gedurende een ruime tijd. De kinderen moeten zoeken naar hoe ze met elkaar kunnen praten. Er zijn een aantal hulpmiddelen, bijvoorbeeld: foto's, prenten, tekenpapier en potloden, materialen,...