Geur- en smaakproefjes
Verzamel verschillende dagdagelijkse producten, zoals chocolade, tandpasta,…
Blinddoek de leerlingen.
Laat de leerlingen eerst ruiken aan de producten. Kunnen ze reeds raden wat hen wordt aangeboden?
Vervolgens moeten ze proeven van de producten. Kunnen ze raden wat ze proeven?
Inspiratie opdoen? Smaakproefjes op Rozemarijn
Wat?
De leerlingen allerlei smaakproefjes aanbieden.
Waar en wanneer?
· In het klaslokaal
· Duur: 15 à 20 minuten
Wie?
Een kleiner groepje van 4 leerlingen. Zowel voor leerlingen met een jonge ontwikkelingsleeftijd, als voor leerlingen met de kleuterleeftijd en leeftijd 1ste leerjaar.
Focus?
· Wereldoriëntatie (domein mens): de leerling staat open voor en reageert op smaken.
· Wereldoriëntatie (domein mens): de leerling exploreert, herkent, vergelijkt en legt relaties m.b.t. smaken.
· Wereldoriëntatie (domein mens): de leerling communiceert de beleving van smaken.
· Zintuiglijke ontwikkeling: uitdrukken wat men waarneemt. (ZILL)
· Zintuiglijke ontwikkeling: uit een veelheid van prikkels, die prikkels selecteren die er op dat moment toe doen. (ZILL)
· Zintuiglijke ontwikkeling: ervaren hoe zintuigen soms misleid worden. (ZILL)
Nodige materiaal:
· Een afdruk van de beta-prent ‘proeven’
· 4 blinddoeken of sjaals
· Enkele lepels
· Smaken: stukje melkchocolade, zout, vanillesuiker, tandpasta, stukje mandarijn, kleine hoeveelheid ketchup, kleine hoeveelheid confituur
Verloop:
De leerlingen worden allen geblinddoekt. Op voorhand vertelt de leerkracht dat ze verschillende zaken zullen mogen proeven. De beta-prent van ‘proeven’ ligt in het midden van de tafel. De leerlingen krijgen tegelijkertijd hetzelfde ingrediënt aangeboden. Ze moeten wachten tot iedereen de lepel of het stukje voedsel vast heeft. Daarna mogen ze eraan beginnen. Ze mogen eerst eens ruiken en daarna proeven.
De verschillende smaken worden het best afgewisseld: iets lekker, iets minder lekker, …
Een tip: houd best op voorhand rekening met mogelijke allergieën.
Bij een grotere groep kan men de leerlingen in twee groepen splitsen. De ene groep kan de smaakproefjes doen, de andere groep geurproefjes of een memory met geuren.
Reflecties en observaties:
De meeste leerlingen waren zeer benieuwd naar de activiteit. Het eerste stukje melkchocolade viel goed in de smaak, de tandpasta die daarna volgde wat minder… De gezichtsuitdrukkingen spraken voor zich. Niet alle leerlingen konden alle smaken identificeren, het ene proefje was al moeilijker dan het andere. Door zout en suiker na elkaar aan te bieden, werden sommige leerlingen misleid door dezelfde structuur van de twee ingrediënten en dachten ze opnieuw zout te proeven. De echte fijnproevers konden de twee smaken wel uit elkaar houden. Door af te wisselen in smaken (iets ‘vies’, iets lekker) bleven ze geïnteresseerd naar wat komen zou. In dit groepje vonden enkele leerlingen met ASS het niet aangenaam om geblinddoekt te worden omwille van de tactiele prikkels, maar ze konden gerust meekijken.